Heb je pijn in de zij en vraag je je af waar het vandaan komt? We leggen uit welke oorzaken vaak spelen – van spieren en ribben tot nierstenen of een urineweginfectie – en welke signalen helpen om ze te onderscheiden. Je krijgt praktische tips voor zelfzorg en preventie, plus duidelijke momenten waarop je wél beter medische hulp zoekt.

Wat is flankpijn
Flankpijn is pijn aan de zijkant van je romp, grofweg tussen je onderste ribben en de bovenkant van je heup, en kan uitstralen naar je rug of buik. Het is een symptoom, geen diagnose op zichzelf. De pijn kan zeurend, stekend of krampend aanvoelen en soms in golven komen, bijvoorbeeld bij koliekpijn door een niersteen. Je kunt het links, rechts of aan beide kanten voelen, en beweging, diep ademhalen of hoesten kan de pijn verergeren als spieren of ribben meespelen. Vaak komt flankpijn uit de nieren of urinewegen, zoals bij een niersteen of een urineweginfectie die is doorgeschoten naar de nier, maar ook spieren, pezen, ribben en zenuwen in de flank kunnen de boosdoener zijn, bijvoorbeeld na overbelasting of een kneuzing.
Minder vaak komt de pijn door iets in de huid, zoals gordelroos, of door organen die vlakbij liggen, zoals de longbasis of darmen, waardoor je de pijn in de flank voelt terwijl de oorzaak elders zit. Flankpijn kan acuut ontstaan, bijvoorbeeld als een steen vastloopt in de urineleider, of langzaam opbouwen en langer aanhouden bij spierspanning of een chronisch probleem. Let op signalen die iets meer richting geven, zoals pijn of branderigheid bij het plassen, koorts, misselijkheid of juist pijn die duidelijk samenhangt met bewegen. Zo krijg je een eerste idee waar de pijn vandaan kan komen.
Waar zit je flank en hoe voelt de pijn?
Je flank is de zijkant van je romp, tussen je onderste ribben en de bovenrand van je heup (de heupkam). Je voelt deze regio als je je hand in je zij zet, net achter de oksellijn. Flankpijn kan links, rechts of aan beide kanten voorkomen en soms uitstralen naar je rug, buik, lies of geslachtsorganen. Hoe de pijn voelt, hangt af van de oorzaak: een zeurende, doffe pijn past vaker bij spieren of banden; een scherpe steek kan wijzen op een rib- of zenuwprobleem; koliekachtige, in golven toenemende pijn die je onrustig maakt past bij een niersteen.
Druk, draaien, tillen of diep ademhalen kan de pijn verergeren als de wand (spieren/ribben) de bron is, terwijl plasklachten, misselijkheid of koorts eerder passen bij een probleem in de nieren of urinewegen.
Verschil tussen acute en chronische klachten
Acute flankpijn ontstaat plots en piekt vaak snel. De pijn kan scherp of koliekachtig zijn, soms in golven, en gaat geregeld samen met misselijkheid, zweten of bloed in de urine bij een niersteen, of met koorts en pijn bij het plassen bij een nierbekkenontsteking. Ook een kneuzing of spierscheur na een verkeerde beweging geeft acuut een felle, op beweging voelbare pijn. Chronische flankpijn duurt langer dan zes weken of keert steeds terug.
Die voelt meestal dof of zeurend, is vaak houdingsafhankelijk en reproduceerbaar bij drukken of draaien, wat past bij spier- of ribbenklachten. Terugkerende milde koorts of steeds terugkerende plasklachten kunnen wijzen op een langduriger urinewegprobleem. Het verschil in tijdsverloop, pijnkarakter en bijkomende signalen helpt je de oorzaak te herkennen.
[TIP] Tip: Drink voldoende water; raadpleeg arts bij koorts, misselijkheid of bloed in urine.

Oorzaken van flankpijn
Flankpijn kan uit verschillende weefsels komen die in of rond je flank liggen. Veelvoorkomend zijn problemen in de nieren en urinewegen: een niersteen die in de urineleider vastloopt geeft koliekachtige pijn die in golven naar je lies kan trekken, soms met misselijkheid en bloed in de urine, terwijl een nierbekkenontsteking vaker een continue, zeurende pijn met koorts en plasklachten geeft. Spieren, pezen en ribben kunnen ook de oorzaak zijn, bijvoorbeeld na een verdraaiing, tillen of een val; die pijn wordt meestal erger bij bewegen, drukken of diep ademhalen.
Zenuwprikkeling, zoals bij gordelroos, begint vaak met branderige pijn en kan gevolgd worden door een blaasjesuitslag op de huid. Ook structuren vlakbij je flank kunnen klachten geven: een longontsteking of pleurapijn laag in de borstkas kan je als flankpijn voelen, net als ontsteking van darmen of galblaas die naar de zij uitstraalt. Bij sommige vrouwen kunnen eierstokcysten of bekkenontstekingen pijn in de flankregio veroorzaken. De signalen eromheen helpen je de bron beter te duiden.
Nieren en urinewegen: nierstenen, infecties en koliekpijn
Flankpijn vanuit de nieren en urinewegen ontstaat vaak door een niersteen of een infectie. Een niersteen die in je urineleider vastloopt veroorzaakt koliekpijn: hevige, in golven toenemende pijn die kan uitstralen naar je lies of geslachtsdelen, vaak met onrust, misselijkheid en soms bloed in je urine. Tussen de pijngolven door zakt het even af, doordat je urineleider krampachtig samentrekt en weer ontspant.
Bij een nierbekkenontsteking is de pijn meestal continu en zeurend, met koorts, rillingen, misselijkheid en pijn of branderigheid bij het plassen. Ook een simpele blaasontsteking kan naar je flank uitstralen als de infectie opstijgt. Urineonderzoek toont vaak bloed, nitrieten of witte bloedcellen; beeldvorming zoals een echo of CT kan helpen om een steen of obstructie zichtbaar te maken.
Spieren, ribben en zenuwen: overbelasting, kneuzing en beknelling
Flankpijn uit de wand van je romp ontstaat vaak door overbelasting of een verkeerde beweging, bijvoorbeeld na sporten, zwaar tillen of lang in een scheve houding zitten. Gespannen tussenribspieren en het rib-wervelgewricht geven een scherpe, stekende pijn die toeneemt bij draaien, strekken, hoesten of diep ademhalen. Bij een kneuzing of ribletsel, ook door hard hoesten, voel je een lokale drukpijn op één plek en is liggen op die zijde vervelend.
Zenuwprikkeling, zoals intercostale neuralgie of een beknelde huidzenuw in de flank, veroorzaakt branderige, soms schietende pijn die in een smalle baan loopt en kan samengaan met tintelingen of een dof gevoel. Kenmerkend is dat je de pijn kunt uitlokken met bewegen of drukken, terwijl koorts of plasklachten ontbreken. Rust, warmte en geleidelijke mobilisatie helpen meestal.
Andere oorzaken: gordelroos, longproblemen en gynaecologische factoren
Niet alle flankpijn komt uit je nieren of spieren. Bij gordelroos begint de pijn vaak branderig of schrijnend met een overgevoelige huid, waarna na een paar dagen kleine blaasjes in een smalle baan aan één kant verschijnen; soms blijft de uitslag uit, maar de zenuwpijn is er wel. Longproblemen laag in je borstkas, zoals een longontsteking of een ontstoken longvlies, kunnen ook naar je flank trekken. Dan merk je vaak dat diep ademhalen, hoesten of lachen de pijn verergert en dat je koorts of kortademigheid hebt.
Gynaecologische oorzaken, zoals een eierstokcyste, endometriose of een bekkenontsteking, kunnen pijn geven die naar de zij uitstraalt en samenloopt met menstruatiestoornissen, abnormaal bloedverlies of vaginale afscheiding. De combinatie van klachten helpt je de bron beter te herkennen.
[TIP] Tip: Hydrateer goed; beperk zout/eiwit; let op koorts of bloed in urine.

Diagnose: hoe wordt de oorzaak vastgesteld?
De diagnose begint met gerichte vragen: waar precies zit de pijn, hoe voelt die (stekend, zeurend, koliekachtig), straalt het uit, wanneer begon het en wat triggert of verlicht het? Je arts vraagt ook naar plasklachten, koorts, misselijkheid, recent trauma, inspanning en eventuele zwangerschap. Daarna volgt lichamelijk onderzoek: drukken op de flank en buik, bewegingen en diep ademhalen om spier- of ribpijn uit te lokken, tikken op de nierstreek om te zien of dat pijnlijk is (past bij een nierontsteking), en kijken naar huidafwijkingen zoals gordelroos.
Urineonderzoek is vaak de eerste test en kan bloed, witte bloedcellen of nitrieten tonen; soms volgt een kweek. Bloedonderzoek beoordeelt ontstekingswaarden en nierfunctie. Beeldvorming wordt gericht ingezet: een echo toont verwijding van de urinewegen of een grote steen en is handig bij zwangerschap of kinderen; een CT-scan zonder contrast is het meest gevoelig voor nierstenen; bij verdenking op longproblemen kan een röntgenfoto nodig zijn. Zo koppel je klachten, onderzoek en testen aan elkaar om de oorzaak te vinden.
Wat je kunt verwachten bij vragen en lichamelijk onderzoek
Je arts begint met vragen die de pijn in kaart brengen: waar precies zit het, hoe voelt het (stekend, zeurend of in golven), sinds wanneer is het er, straalt het uit en wat maakt het erger of juist minder? Ook komen plasklachten, koorts, misselijkheid, recent sporten of een val, eerdere nierstenen, medicatie en bij jou relevante details zoals menstruatie of mogelijke zwangerschap aan bod. Daarna volgt lichamelijk onderzoek: voelen en drukken op je buik en flank, vergelijken links en rechts, laten draaien, hoesten en diep ademhalen om spier- of ribpijn op te wekken, en zacht kloppen op de nierstreek om te zien of dat gevoelig is.
Er wordt gelet op huidafwijkingen (gordelroos) en je vitale waarden zoals temperatuur en hartslag. Zo ontstaat een eerste richting voor vervolgonderzoek.
Testen en beeldvorming: urine, bloed, echo en CT
Onderstaande tabel vergelijkt de belangrijkste onderzoeken bij flankpijn-urine- en bloedonderzoek plus beeldvorming met echo en CT-met wat ze aantonen, wanneer je ze inzet en hun beperkingen.
| Test/beeldvorming | Doel (wat het aantoont) | Beste inzet bij flankpijn | Beperkingen/risico’s |
|---|---|---|---|
| Urineonderzoek (dipstick, sediment, kweek) | Hematurie, leukocyten, nitrieten, eiwit; bacterie en resistentie via kweek. | Eerste stap bij bijna iedereen; verdenking UWI/pyelonefritis; hematurie bij koliekpijn. | Vals-positief/-negatief; geen lokalisatie; kweek kost 24-48 uur; kans op contaminatie. |
| Bloedonderzoek (creatinine/eGFR, CRP, leukocyten, elektrolyten) | Nierfunctie, ontsteking/sepsis, dehydratie en stoornissen in zouten; eventueel bloedkweek bij koorts. | Bij koorts, ziek ogende patiënt of verdenking obstructie met nierinsufficiëntie; vóór contrastonderzoek. | Niet specifiek; normale waarden sluiten pathologie niet uit; venapunctie vereist. |
| Echografie (ultrageluid) | Hydronefrose/obstructie, nier- en blaasbeeld, grotere stenen/cysten; stralingsvrij. | Eerste keuze bij zwangerschap of jonge patiënten; snelle bedside check bij koliek of pyelonefritis. | Minder gevoelig voor kleine of ureterstenen; operator-afhankelijk; beperkt bij obesitas/darmgas. |
| CT-scan (meestal laag-dosis, zonder contrast) | Zeer gevoelige detectie van nier- en ureterstenen; alternatieve oorzaken en complicaties; exacte grootte/locatie. | Bij aanhoudende/ernstige koliekpijn, onduidelijke diagnose of negatieve echo met hoge verdenking. | Ioniserende straling (vermijden bij zwangerschap); contrast soms nodig voor andere oorzaken met risico op allergie/nefrotoxiciteit bij nierfunctiestoornis; hogere kosten. |
Kernboodschap: start vaak met urine- (en zo nodig bloed-)onderzoek, gebruik echo als stralingsvrije eerste beeldvorming en kies CT bij onduidelijkheid of sterke verdenking op stenen/complicaties. De uiteindelijke keuze hangt af van klachten, risicoprofiel en beschikbare middelen.
Urineonderzoek is meestal de eerste stap: een sneltest (dipstick) kan bloed, nitrieten en leukocyten tonen; microscopie ziet kristallen of bacteriën; bij verdenking op infectie volgt vaak een kweek. Bloedonderzoek checkt ontstekingswaarden (CRP, witte bloedcellen), nierfunctie (creatinine, eGFR) en soms elektrolyten. Echo van de nieren en urinewegen is stralingsvrij en laat verwijding (hydronefrose), stenen of afwijkingen zien; handig bij zwangerschap of als je jong bent.
CT zonder contrast is het gevoeligst voor nierstenen en bepaalt grootte en ligging, en een CT met contrast kan complicaties of andere oorzaken in buik en flank aantonen. De keuze hangt af van je klachten, leeftijd, zwangerschap en de vraag of er sprake is van obstructie of infectie.
[TIP] Tip: Beschrijf pijn, controleer koorts en plasproblemen; laat urine onderzoeken.

Herstel, preventie en wanneer je hulp zoekt
Bij milde flankpijn door spieren of ribben helpt het om tijdelijk te ontzien, warmte te gebruiken, kortdurend paracetamol te nemen en rustig te blijven bewegen; ibuprofen kan soms, maar liever niet als je nier-, maag- of hartklachten hebt of zwanger bent. Bij koliekpijn door een vermoedelijke niersteen mag je veel drinken en bewegen zolang je geen koorts of misselijkheid hebt; probeer de steen op te vangen voor analyse. Denk je aan een urineweginfectie met plasklachten, laat dan je urine controleren bij de huisarts zodat je snel gericht behandeld wordt. Zoek direct medische hulp bij hevige pijn die niet te dragen is, koorts of rillingen, aanhoudend braken, zichtbaar bloed in je urine, pijn tijdens zwangerschap, als je één werkende nier hebt, bij weinig of geen urineproductie of als je je echt ziek voelt; neem ook contact op bij benauwdheid of duidelijke pijn bij ademhalen.
Voor preventie helpt het om verspreid over de dag voldoende te drinken (lichtgele urine), zout en veel dierlijk eiwit te matigen, regelmatig te bewegen en je core te versterken, slim te tillen, obstipatie te voorkomen en plasklachten niet uit te stellen. Zo geef je je flank de beste kans om te herstellen en toekomstige klachten te voorkomen.
Zelfzorg en pijnstilling: wat werkt wel en wat niet
Bij milde flankpijn kun je vaak veel zelf doen. Richt je op comfort, bewegen binnen je grenzen en verstandig gebruik van pijnstillers.
- Rust en warmte: kies voor relatieve rust, vermijd dagenlang plat liggen en blijf rustig bewegen binnen je pijngrens; warmte (kruik of warme douche) op de pijnplek ontspant spieren en kan de pijn verminderen.
- Pijnstilling die wél werkt: paracetamol is meestal de veiligste eerste keuze; ibuprofen of naproxen kan helpen bij ontstekingspijn, maar gebruik geen NSAID’s bij nier- of maagklachten, zwangerschap of uitdroging (bijv. door braken/weinig drinken), en combineer nooit verschillende NSAID’s; een gel met een ontstekingsremmer kan soms verlichting geven met minder bijwerkingen.
- Hydratatie en wat je beter laat: drink verspreid over de dag voldoende (bij vermoeden van nierstenen), maar ga niet liters ineens drinken-zeker niet bij koorts of veel misselijkheid; vermijd alcohol, “spierontspanners” zonder duidelijke indicatie en het op eigen houtje nemen van antibiotica.
Blijft de pijn hevig, krijg je koorts of zie je bloed in je urine, schakel dan medische hulp in. Twijfel je over pijnstilling of contra-indicaties, overleg met je apotheker of arts.
Wanneer je direct medische hulp zoekt
Flankpijn is vaak onschuldig, maar sommige klachten zijn alarmsignalen. Schakel direct medische hulp in bij het volgende:
- Ernstige of aanhoudende klachten: hevige pijn die niet zakt met pijnstilling, koorts of rillingen, aanhoudend braken, duizeligheid of je erg ziek voelen.
- Urine- of letselgerelateerde signalen: zichtbaar bloed in de urine, niet kunnen plassen of veel minder plassen, of pijn die begon na een val of stomp tegen je zij. Bel ook eerder als je zwanger bent, slechts één (werkende) nier hebt, diabetes of een verzwakt immuunsysteem hebt, of bloedverdunners gebruikt.
- Noodsituaties (bel 112 of ga naar de spoed): benauwdheid, pijn bij ademhalen, verwardheid of flauwvallen.
Snelle beoordeling verkleint de kans op complicaties en versnelt de juiste behandeling. Twijfel je, neem dan meteen contact op met je huisarts of huisartsenpost.
Terugval voorkomen: bewegen, hydratie en risicofactoren
Terugval voorkom je door je dagelijks ritme slim in te richten. Regelmatig bewegen houdt je rug- en buikwand sterk; bouw belasting rustig op, doe een korte warming-up en let op je tiltechniek en werkhouding zodat je flankspieren niet steeds overbelast raken. Goede hydratatie is cruciaal, zeker bij gevoeligheid voor nierstenen: drink verspreid over de dag genoeg zodat je urine lichtgeel blijft, neem extra bij hitte of sporten en beperk alcohol.
Minder zout en veel dierlijk eiwit helpt, terwijl citrus (citraat) juist beschermt; ga zuinig om met suikerhoudende frisdranken. Houd je darmen soepel en stel plassen niet uit om infecties te voorkomen. Let op risicofactoren zoals weinig drinken, overgewicht en familiegeschiedenis van nierstenen, en pak die gericht aan met leefstijl en zo nodig advies van je huisarts.
Veelgestelde vragen over flankpijn
Wat is het belangrijkste om te weten over flankpijn?
Flankpijn is pijn aan de zijkant tussen onderste ribben en heup. Oorzaken variëren van spieroverbelasting tot niersteen, infectie of gordelroos. Acuut is vaak scherp/koliek, chronisch vaak zeurend. Alarmsymptomen: koorts, bloed in urine, onhoudbare pijn.
Hoe begin je het beste met flankpijn?
Start met beoordelen: waar, wanneer, ernst, koliekachtig of spierpijn. Rust, warmte of zachte rekoefeningen, voldoende drinken. Paracetamol of ibuprofen indien veilig. Bel huisarts bij koorts, bloed in urine, zwangerschap, koliek, aanhoudende pijn >24-48 uur.
Wat zijn veelgemaakte fouten bij flankpijn?
Veelgemaakte fouten: alarmsymptomen negeren, dagenlang afwachten bij koorts of koliek, te veel drinken bij vermoedelijke obstructie, intensief sporten of zwaar rekken bij rib/spierletsel, NSAID’s gebruiken bij nierziekte/uitdroging, geen urineonderzoek laten doen.