Zin in een border die de hele zomer straalt? Met margrieten – van de wilde Leucanthemum vulgare tot de tuinmargriet L. x superbum – geniet je maandenlang van frisse witte bloemen op zonnige, goed doorlatende plekken, terwijl bijen en vlinders massaal langskomen. Ontdek welke rassen bij jouw tuin passen, hoe je ze eenvoudig plant, verzorgt en deelt, en krijg tips voor mooie combinaties én langere vaaspret.
Wat is de margriet
De margriet is een vaste plant uit de composietenfamilie (Asteraceae) die je vooral kent aan haar eenvoudige, frisse bloemen: stralend witte bloemblaadjes rondom een goudgeel hart. In het wild gaat het vaak om de wilde margriet (Leucanthemum vulgare), die je ziet in bermen en bloemrijke graslanden. In tuinen kom je vooral de tuinmargriet (Leucanthemum x superbum) tegen, met grotere bloemen en rassen in verschillende hoogtes en bloemvormen. Je herkent de plant aan rechtopstaande stengels, frisgroen blad en een bloeitijd die meestal loopt van eind mei tot en met augustus, afhankelijk van soort en standplaats. De margriet houdt van zonnige plekken en goed doorlatende, niet te voedzame grond; juist op een matig vruchtbare bodem blijft ze stevig en bloeit ze lang.
Anders dan het kleine madeliefje (Bellis perennis), dat laag in het gras zit, wordt de margriet vaak 40 tot 90 centimeter hoog, waardoor ze een duidelijke plek inneemt in de border. De bloem is opgebouwd uit lintbloemen (de “blaadjes”) en buisbloemen in het hart, die nectar en pollen leveren voor bijen, vlinders en zweefvliegen. Daardoor past de margriet perfect in een diervriendelijke tuin. Door haar luchtige, natuurlijke uitstraling staat ze mooi in prairiebeplanting, cottageborders en wilde bloemenmengsels, en brengt ze die klassieke zomerse sfeer waar je direct vrolijk van wordt.
Kenmerken en bloeitijd
De margriet is een rechtopgaande, polvormende vaste plant met stevige, meestal onvertakte stengels en frisgroen, lancetvormig blad aan de basis. Je ziet enkele, stralende bloemen met witte lintbloemen rond een geel hart, die veel bijen en vlinders lokken. Afhankelijk van ras wordt de plant 40 tot 90 centimeter hoog, met bloemen van 6 tot soms 12 centimeter doorsnede.
De bloeitijd loopt doorgaans van eind mei tot augustus, met een piek in juni en juli. Door uitgebloeide bloemen weg te knippen verleng je de bloei en kun je soms een nabloei in september krijgen. De margriet houdt van volle zon tot lichte halfschaduw en van goed doorlatende, matig vruchtbare grond; langdurige droogte of schaduw verkort de bloeiduur.
Verschillen met madeliefje en andere daisies (met latijnse namen)
In deze tabel zie je in één oogopslag hoe de margriet verschilt van het madeliefje en enkele andere “daisy”-achtigen, inclusief hun Latijnse namen, bloeikenmerken en standplaatsvoorkeuren.
| Plant (NL – Latijn) | Bloemdiameter & kleur | Hoogte & groeivorm | Bloeitijd & standplaats |
|---|---|---|---|
| Wilde margriet – Leucanthemum vulgare | 3-7 cm; witte lintbloemen met geel hart | 30-60 cm; rechtop, losse pollen; kan uitzaaien | Mei-juli; volle zon; matig voedselarme, goed doorlatende bodem |
| Tuinmargriet (Shasta daisy) – Leucanthemum × superbum | 7-12+ cm; vaak groter, soms half-/gevuld, wit met geel hart | 60-100 cm (dwergvormen ±40 cm); stevige, bossige pol | Juni-september; volle zon; voedzame, doorlatende tuinbodem (goede snijbloem) |
| Madeliefje – Bellis perennis | 2-3 cm; wit tot roze/rood, klein geel hart | 5-15 cm; lage rozet, bodembedekkend (gazon) | Vnl. vroege lente-herfst (vaak bijna jaarrond); zon-halfschaduw; koele, vochthoudende grond, verdraagt maaien |
| Echte kamille – Matricaria chamomilla | 1,5-2,5 cm; witte lintbloemen, geel kegelvormig (hol) hart; aromatisch | 20-50 cm; éénjarig; fijn geveerd blad | Mei-augustus; volle zon; droog-matig vochtig, goed drainerend (kruiden/ thee) |
| Spaanse margriet (Afrikaans madeliefje) – Osteospermum ecklonis | 5-8 cm; wit/paars/geel of tweekleurig; vaak blauw-paars hart | 25-50 cm; compacte halfheester; niet winterhard | Mei-oktober; volle zon en warmte; vaak als eenjarige; kan sluiten bij weinig licht |
Kernverschil: margrieten (Leucanthemum) zijn hogere, witbloeiende borderplanten van vroege zomer, terwijl het madeliefje laag en gazonbestendig is, kamille eenjarige en aromatisch is, en Spaanse margriet een warmteminnende, vorstgevoelige zomerbloeier met diverse kleuren.
De margriet hoort bij het geslacht Leucanthemum, met de wilde margriet (Leucanthemum vulgare) en de tuinmargriet (Leucanthemum x superbum) als bekendste. Het madeliefje (Bellis perennis) is een andere soort: veel lager, vaak in gazons, met kleinere bloemen en een compact rozetje blad. Margrieten worden juist 40-90 centimeter hoog met grote, opvallende bloemschijven. Ook andere “daisies” verschillen duidelijk: de gerbera (Gerbera jamesonii) heeft grote, vaak felgekleurde bloemen en wordt vooral als snijbloem gebruikt; de Afrikaanse margriet (Osteospermum ecklonis) bloeit lang in potten en borders met vaak paars, wit of geel; en verfkamille (Anthemis tinctoria) heeft gele bloemhoofdjes en fijner, geveerd blad.
Zo deel je het “margriet-gevoel”, maar herken je aan hoogte, blad en bloeiwijze snel welke soort je ziet.
[TIP] Tip: Verwijder uitgebloeide bloemen voor langere bloei en compacte groei.
Soorten en populaire rassen
Als je over margrieten praat, gaat het meestal om twee groepen: de inheemse wilde margriet (Leucanthemum vulgare) en de tuinmargriet, beter bekend als Shasta-daisy (Leucanthemum x superbum). De wilde margriet bloeit enkel, zaait zich makkelijk uit en past perfect in een natuurlijk bloemenmengsel. De tuinmargriet is geselecteerd op langere bloei, grotere bloemen en stevige stengels, met rassen voor elke plek. Zoek je hoogte en een lange snijbloem, dan zit je goed met ‘Becky’ of ‘Alaska’. Voor kleine borders en potten zijn compacte types zoals ‘Snowcap’ en ‘Silver Princess’ ideaal.
Wil je iets bijzonders, kijk dan naar half- tot gevuldbloemige rassen zoals ‘Wirral Supreme’ of het speelse ‘Crazy Daisy’. Zin in zachte tinten? ‘Banana Cream’ en ‘Broadway Lights’ openen citroengeel en verkleuren langzaam naar roomwit. Let bij je keuze op hoogte, bloeitijd, bloemvorm en standplaats: zonnig en goed doorlatend werkt het best. Zo stel je snel een combinatie samen die maanden kleur geeft en tegelijk bijen en vlinders lokt.
Wilde margriet (leucanthemum vulgare)
De wilde margriet (Leucanthemum vulgare) is een inheemse, kortlevende vaste plant die je vaak ziet in bloemrijke bermen en schrale graslanden. Ze wordt 30 tot 80 centimeter hoog, met slanke stengels, een rozet van spatelvormig blad en enkele bloemen van ongeveer 4 tot 6 centimeter met witte lintbloemen rond een geel hart. De bloei piekt in juni en juli, soms met een staartje in augustus. Op een zonnige, matig droge, goed doorlatende en vooral niet te voedzame bodem blijft ze stevig en rijkbloeiend.
In de tuin past ze perfect in een bloemenweide: je zaait direct ter plekke in het najaar of vroege voorjaar, drukt licht aan en houdt onkruid weg. Laat uitgebloeide bloemkoppen afrijpen voor natuurlijke uitzaai en maai pas laat in de zomer; zo bouw je stap voor stap een soortenrijke weide die wemelt van insecten.
Tuinmargriet en populaire rassen (leucanthemum x superbum)
De tuinmargriet is de krachtpatser onder de margrieten: grotere bloemen, langere bloei en stevige stengels die je border meteen laten stralen. Afhankelijk van ras wordt ze 30 tot 100 centimeter hoog, met bloemschijven van 8 tot 12 centimeter. In volle zon en goed doorlatende, niet te rijke grond bloeit ze van juni tot in september, zeker als je regelmatig uitgebloeide bloemen weghaalt en na de hoofdbloei licht terugknipt.
Populaire rassen zijn ‘Becky’ (superstevig en langbloeiend), ‘Alaska’ (betrouwbaar en hoog), compacte types zoals ‘Snowcap’ en ‘Silver Princess’, en opvallende vormen als ‘Wirral Supreme’ en ‘Crazy Daisy’. Voor een zachte twist kies je ‘Banana Cream’ of ‘Broadway Lights’, die citroengeel openen en naar roomwit verkleuren. Deel elke paar jaar om planten vitaal en rijkbloeiend te houden.
Welke margriet past bij jouw tuin
De beste keuze hangt af van je tuinstijl, ruimte en bodemsituatie. Wil je een natuurlijke bloemenweide, ga dan voor de inheemse wilde margriet (Leucanthemum vulgare), die zich rustig uitzaait op zonnige, schrale grond. Zoek je een volle border met lange bloei en grote bloemen, kies dan tuinmargriet (Leucanthemum x superbum) en let op hoogte: compact voor kleine perken en potten, hogere rassen voor achterin de border.
Sta je op droge, doorlatende grond, dan doen margrieten het top; op natte plekken vallen ze snel weg. Voor bijen en vlinders zijn enkelbloemige rassen het beste, gevuldbloemige zijn vooral decoratief. In winderige tuinen pak je stevige rassen die niet omvallen. Halfschaduw kan, maar volle zon levert de rijkste bloei en de stevigste planten.
[TIP] Tip: Voor kleine borders: ‘Snowcap’; voor snijbloemen: ‘Becky’ of ‘Alaska’.
Margriet planten en verzorgen
Plant margrieten bij voorkeur in het voorjaar of vroege najaar, op een zonnige plek met goed doorlatende, matig voedzame grond. Werk wat compost in voor structuur, maar ga zuinig om met mest: te veel voeding maakt de plant slap en kortlevend. Zet potgekweekte planten op dezelfde diepte als in de pot, druk stevig aan en geef in het eerste groeiseizoen regelmatig water tot de wortels goed vastzitten. Houd voor compacte rassen zo’n 30-40 cm plantafstand aan en voor hoge rassen 45-60 cm, zodat er lucht door de planten kan en schimmel minder kans krijgt.
Verwijder uitgebloeide bloemen om de bloei te verlengen en knip na de piekbloei licht terug voor een frisse nabloei. Deel elke 2-3 jaar in het voorjaar of vroege herfst om de pol te verjongen en de bloeirijkheid te behouden. Hoge rassen kun je zo nodig opbinden. Let op slakken bij jonge scheuten en op natte winters; zorg voor drainage en knip stengels in de late herfst of vroege lente terug tot net boven de grond.
Standplaats en aanplant (bodem en plantafstand)
Kies voor margrieten een zonnige plek met minimaal zes uur zon per dag; in lichte halfschaduw bloeien ze ook, maar minder uitbundig. De bodem moet goed doorlatend en matig voedzaam zijn, liefst neutraal tot licht kalkrijk. Op zware klei verbeter je de drainage met grof zand of grit en wat compost, op droge zandgrond werk je juist extra organisch materiaal in om vocht vast te houden.
Plant bij voorkeur in voorjaar of vroege herfst op dezelfde diepte als in de pot en geef goed water na aanplant. Houd voor compacte rassen circa 30-40 centimeter tussenruimte aan en voor hogere rassen 45-60 centimeter, zodat er voldoende lucht circuleert en schimmel minder kans krijgt. Mulch licht, maar laat de kroon vrij om rot te voorkomen.
Verzorging: water, voeding en snoei (incl. verjongen/delen)
Geef margrieten na aanplant regelmatig water zodat de wortels goed aanslaan; eenmaal gevestigd kunnen ze best tegen droogte, maar langdurig nat in de winter is funest. Houd de grond gelijkmatig vochtig in warme periodes en geef bij voorkeur in de ochtend aan de voet van de plant. Met voeding ga je zuinig om: een dun laagje compost in het voorjaar is vaak genoeg; te veel stikstof maakt stelen slap en verkort de levensduur.
Knip uitgebloeide bloemen steeds weg om de bloei te verlengen en knip na de hoofdbloei de planten een derde terug voor een frisse nabloei. In eind mei kun je hoge rassen licht toppen om ze compacter te houden. Deel elke 2-3 jaar in voorjaar of vroege herfst om de pol te verjongen en de bloeirijkheid te behouden.
Veelvoorkomende problemen en oplossingen
Margrieten kunnen last hebben van omvallen, schimmels en vraat. Zakken stengels weg, dan staan ze vaak te rijk of te schaduwrijk; geef meer zon, minder mest en zet hoge rassen luchtig of bind ze op. Meeldauw of bladvlekken ontstaan bij nat blad en weinig ventilatie; plant ruimer, geef water aan de voet in de ochtend en verwijder aangetaste delen. In natte winters dreigt wortel- of kroonrot; verbeter drainage met grit en vermijd langdurig nat.
Slakken vreten jonge scheuten weg: bescherm met slakkenringen, biologische korrels op basis van ijzerfosfaat of door ‘s avonds weg te vangen. Bladluizen spoel je af of behandel je met een milde zeepoplossing en lok je natuurlijke vijanden met bloemen. Bloeit je plant matig, deel dan de pol en kies een zonnigere plek.
[TIP] Tip: Plant zonnig, goed drainerend; verwijder uitgebloeide bloemen voor langere bloei.
Toepassingen in tuin en plukboeket
Met margrieten breng je direct licht en ritme in de border. Plant ze in groepen voor een rustige, natuurlijke herhaling en combineer de witte bloemen met paarsblauwe accenten zoals salvia, kattenkruid en verbena, of met warme tinten van zonnehoed en duizendblad. Hoge rassen zet je achterin naast siergrassen als Pennisetum of Stipa voor een luchtig silhouet, compacte rassen doen het mooi aan het pad of in potten op het terras, mits de pot goed afwatert. In een bloemenweide geven wilde margrieten dat echte zomergevoel en trekken ze veel bijen en zweefvliegen aan.
Als snijbloem oogst je bij voorkeur in de koele ochtend, wanneer de lintbloemen horizontaal staan en het hart net opent. Strip blad dat onder de waterlijn zou komen, snijd de stelen schuin af en laat ze een paar uur in schoon, lauw water met snijbloemenvoedsel conditioneren. Ververs het water om de twee dagen en knip de stelen kort bij voor een vaasleven van ongeveer 5 tot 10 dagen. Door geregeld te plukken of uitgebloeide bloemen weg te halen houd je de planten fris en blijf je de hele zomer nieuwe stelen krijgen, in tuin én vaas.
Bordercombinaties en kleurpaletten
Het heldere wit van margrieten is de perfecte basis voor sterke kleurpaletten in je border. Voor een koele, frisse sfeer combineer je ze met paarsblauwe accenten van salvia, kattenkruid en verbena; het contrast maakt de bloemen nog witter. Ga je voor warmte, laat ze dan spelen met zonnehoed, duizendblad en rudbeckia voor een zonnig prairiegevoel. In zachte, romantische borders mengen margrieten prachtig met rozen, lavendel en luchtige siergrassen als stipa of pennisetum, waardoor je ritme en beweging krijgt.
Een wit-groene avondborder werkt ook top: margriet naast witte phlox of gaura licht in schemering op. Gebruik donker blad van heuchera of paarse vlambloem voor diepte, herhaal planten in groepen en zorg voor overlap in bloeitijden zodat je border maanden blijft kloppen.
Biodiversiteit: bijen en vlinders aantrekken
Margrieten zijn echte nectar- en pollenbronnen voor wilde bijen, honingbijen en dagvlinders dankzij het open bloemhart waar insecten gemakkelijk bij kunnen. Kies bij voorkeur enkelbloemige rassen; gevuldbloemige zien er mooi uit, maar leveren vaak minder voedsel. Zet margrieten in groepen op een zonnige, beschutte plek en combineer ze met soorten die eerder en later bloeien, zodat je van voorjaar tot najaar een doorlopend buffet biedt.
Denk aan salvia, kattenkruid, duizendblad en verbena voor een vloeiende bloeiketting. Tuin zonder gif: vermijd pesticiden en geef water aan de voet van de plant. Laat in de herfst een deel van de stengels en zaadhoofden staan als schuil- en overwinteringsplek, en bied een ondiepe drinkschaal met kiezels voor dorstige bestuivers.
Snijbloemen: oogst en vaasleven
Margrieten zijn dankbare snijbloemen; met het juiste oogstmoment en een paar simpele stappen blijven ze opvallend lang fris in de vaas. Zo haal je het meeste uit elke steel.
- Oogst bij voorkeur in de koele ochtend wanneer de lintbloemen horizontaal staan en het hart net opent; knip met een schone, scherpe snoeischaar, zet de stelen direct in schoon water en verwijder blad dat onder de waterlijn komt.
- Conditioneer de stelen: snijd schuin bij en laat ze enkele uren koelen in diep water met snijbloemenvoedsel voor een optimale hydratatie.
- Zet in een schone vaas op een koele plek, uit de zon en weg van ethyleenbronnen (rijpend fruit); ververs om de 2 dagen het water, spoel de vaas, snijd een stukje van de stelen af en voeg opnieuw voeding toe.
Met deze verzorging haal je doorgaans 5 tot 10 dagen vaasleven uit margrieten. Regelmatig plukken stimuleert bovendien nieuwe bloei in de tuin.
Veelgestelde vragen over margriet
Wat is het belangrijkste om te weten over margriet?
De margriet (Leucanthemum) is een sterke vaste plant met witte lintbloemen en geel hart, bloeiend van mei tot september. Niet te verwarren met madeliefje (Bellis perennis). Tuinmargriet (L. x superbum) heeft grotere bloemen en cultivars.
Hoe begin je het beste met margriet?
Kies zonnige standplaats met doorlatende, matig voedselrijke grond. Plant in voorjaar of vroege herfst, 30-45 cm uit elkaar. Geef na aanplant regelmatig water, mulch licht. Start met sterke rassen zoals ‘Becky’, ‘Alaska’ of L. vulgare.
Wat zijn veelgemaakte fouten bij margriet?
Veelgemaakte fouten: te natte of te voedzame grond (rot, omvallen), te veel schaduw, geen tijdige deling waardoor hart verhout, overbemesten met stikstof, geen uitbloei verwijderen. Oplossing: doorlatende standplaats, matige voeding, elke 2-3 jaar delen.