Herken premenstruele dysforie en pak de regie terug over je cyclus

PMDD is meer dan zware PMS: een erkende, cyclische stemmingsstoornis die in de week vóór je menstruatie kan zorgen voor intense stemmingswisselingen, angst en lichamelijke klachten met impact op werk en relaties. Ontdek hoe je de signalen herkent, wat er in je lichaam gebeurt en hoe een symptoomdagboek helpt bij de diagnose. Je krijgt concrete opties-van dagelijkse zelfzorg en CGT tot SSRI’s en hormonale behandelingen-zodat je weer meer regie krijgt over je cyclus en leven.

Wat is PMDD (premenstruele dysforische stoornis)

PMDD is een ernstige, cyclische stemmingsstoornis die samenhangt met je menstruatiecyclus. Het is meer dan “zware PMS”: bij PMDD zijn de emotionele en lichamelijke klachten zo intens dat ze je dagelijks functioneren, werk, studie en relaties merkbaar verstoren. Typische klachten in de week vóór je menstruatie (de luteale fase) zijn prikkelbaarheid, somberheid, angst, spanning, plotselinge stemmingswisselingen, woede-uitbarstingen of huilbuien, samen met fysieke symptomen zoals vermoeidheid, slaapproblemen, opgeblazen gevoel, borstspanning, hoofdpijn en veranderingen in eetlust. Kenmerkend is dat de klachten duidelijk verergeren in de dagen vóór je menstruatie en meestal binnen een paar dagen na het begin van je menstruatie sterk afnemen of verdwijnen, waardoor er een klachtenvrije periode in de cyclus is.

PMDD komt naar schatting bij 3 tot 8% van mensen met een menstruatie voor. De onderliggende oorzaak is geen “teveel hormonen”, maar een verhoogde gevoeligheid in je hersenen voor normale schommelingen van oestrogeen en progesteron, die ook invloed hebben op boodschapperstoffen zoals serotonine. Risico’s lijken hoger als je eerder last had van bijvoorbeeld depressie, angst of traumatische stress, of als het in de familie voorkomt. PMDD staat als diagnose beschreven in de DSM-5, wat benadrukt dat het om een erkende aandoening gaat en niet om aanstellerij of “gewoon” last van je hormonen.

Verschil met PMS

PMS en PMDD horen allebei bij de dagen vóór je menstruatie, maar de intensiteit en impact verschillen enorm. Bij PMS heb je vaak milde tot matige klachten zoals een kort lontje, gevoelige borsten of een opgeblazen gevoel, die vervelend zijn maar meestal te overzien. PMDD is daarentegen een ernstige stemmingsstoornis waarbij emotionele klachten domineren: somberheid, heftige prikkelbaarheid, angst en plotselinge stemmingswisselingen die je werk, studie, relaties en zelfzorg echt kunnen ontregelen.

De timing is vergelijkbaar – vooral in de luteale fase, meestal de week vóór je menstruatie – en de klachten nemen kort na het doorbreken van je menstruatie af. Voor PMDD gelden strikte criteria: minstens vijf symptomen, waarvan minimaal één kernsymptoom rond stemming. PMS reageert vaak op leefstijlmaatregelen, terwijl PMDD vaker medicatie of therapie nodig heeft.

Veelvoorkomende symptomen

Bij PMDD staan emotionele klachten op de voorgrond. Je kunt last hebben van plotselinge stemmingswisselingen, intense prikkelbaarheid of woede, somberheid, angst en spanning, vaak met een gevoel van overweldiging of verlies van controle. Daarnaast komen concentratieproblemen, minder interesse in dagelijkse activiteiten, slaapproblemen (moeite met inslapen of juist meer slapen) en extreme vermoeidheid veel voor. Lichamelijke klachten versterken het geheel: borstspanning en gevoeligheid, opgeblazen gevoel, hoofdpijn, spier- of gewrichtspijn, gewichtsschommelingen door vocht vasthouden en duidelijke veranderingen in eetlust of cravings.

Kenmerkend is de timing: de klachten beginnen in de luteale fase (meestal de week vóór je menstruatie), pieken in de laatste dagen, en nemen binnen enkele dagen na het doorbreken van je menstruatie af. De hevigheid kan je werk, studie en relaties merkbaar ontregelen.

[TIP] Tip: Houd een symptoomdagboek; bespreek patronen met je huisarts of gynaecoloog.

Oorzaken en risicofactoren

PMDD ontstaat niet doordat je “teveel hormonen” hebt, maar doordat je hersenen extra gevoelig reageren op normale schommelingen van oestrogeen en progesteron in de tweede helft van je cyclus. Vooral de afbraakproducten van progesteron, zoals allopregnanolon (een neurosteroïde die het GABA-systeem beïnvloedt), en veranderingen in serotonine spelen hierbij een rol. Daardoor kunnen stemming, prikkelbaarheid, angst en energie veel sterker schommelen dan bij PMS. Erfelijke aanleg telt mee: als PMDD of stemmingsstoornissen in je familie voorkomen, is je kans groter. Ook persoonlijke factoren verhogen het risico, zoals een eerdere depressie of angststoornis, traumatische stress, een voorgeschiedenis van postpartum stemmingsklachten en chronische stress of slaaptekort die je stress-systeem overbelasten.

Soms merk je dat PMDD samengaat met migraine, prikkelbare darm of andere stressgevoelige klachten; dat betekent niet dat die de oorzaak zijn, maar wel dat je zenuwstelsel sneller reageert op hormonale en omgevingsprikkels. PMDD treedt op tijdens de vruchtbare jaren en past vaak bij een patroon waarin je in de luteale fase veel zwaarder reageert, met duidelijke verbetering kort na het begin van je menstruatie. Deze cyclische gevoeligheid is het kernmechanisme achter de klachten.

Hormonale schommelingen en hersenchemie

Bij PMDD draait het niet om abnormaal hoge hormoonspiegels, maar om hoe je hersenen reageren op normale schommelingen van oestrogeen en progesteron in de luteale fase. Vooral allopregnanolon, een afbraakproduct van progesteron dat werkt op GABA-receptoren (GABA is je belangrijkste “remmende” of kalmerende boodschapperstof), kan bij gevoelige mensen juist onrust, prikkelbaarheid en angst uitlokken als de spiegels snel stijgen of dalen.

Tegelijk verschuift de balans in het serotoninesysteem, dat je stemming, impulscontrole en slaap beïnvloedt. Het gaat dus om receptorgevoeligheid en timing: snelle hormonale veranderingen geven grotere schommelingen in hersencircuits die emoties en stress reguleren. Ook je stress-as (cortisol) en slaapdruk spelen mee, waardoor je hersenen minder goed dempen. Dit samenspel verklaart waarom je klachten cyclisch en vaak heftig zijn.

Wie meer risico loopt

Je loopt meer risico op PMDD als je hersenen gevoelig reageren op hormonale schommelingen, iets wat vaker voorkomt als PMDD, PMS of stemmingsstoornissen in je familie zitten. Zelf een voorgeschiedenis hebben van depressie, angst, postpartum stemmingsklachten of trauma vergroot de kans ook. Langdurige stress, ploegendiensten en slaaptekort maken je stress-systeem prikkelbaarder, waardoor klachten in de luteale fase sneller escaleren.

Daarnaast zie je PMDD vaker naast aandoeningen zoals migraine, prikkelbare darm en chronische pijn, wat wijst op een zenuwstelsel dat sterker op prikkels reageert. Hormonale overgangen kunnen de gevoeligheid blootleggen: na een bevalling, bij stoppen of starten met hormonale anticonceptie en in de perimenopauze. PMDD treedt vooral op in de vruchtbare jaren, met periodes waarin de klachten duidelijk verergeren.

[TIP] Tip: Houd een cyclusdagboek bij om persoonlijke triggers en patronen te herkennen.

Herkennen en diagnose

PMDD herken je aan het terugkerende, cyclische patroon: klachten starten in de week vóór je menstruatie, pieken in de laatste dagen en verdwijnen binnen enkele dagen na het begin van je menstruatie, met een relatief klachtenvrije periode in het begin van de cyclus. De sleutel is dat de symptomen je functioneren merkbaar verstoren. Voor een diagnose hou je het best een dagelijks symptomendagboek bij gedurende minimaal twee cycli, bijvoorbeeld met het DRSP (Daily Record of Severity of Problems). In de DSM-5 staat dat je minimaal vijf symptomen nodig hebt, waarvan minstens één een kernsymptoom is (stemmingswisselingen, prikkelbaarheid/woede, somberheid of angst/spanning).

Een zorgverlener beoordeelt vervolgens of het patroon consistent is en of andere oorzaken minder waarschijnlijk zijn. Belangrijk is onderscheid met premenstruele verergering van een bestaande stoornis, zoals een depressie of angststoornis, waarbij klachten niet volledig wegebben na het begin van je menstruatie. Soms worden ook lichamelijke oorzaken uitgesloten en wordt gekeken of medicatie of leefstijlfactoren je klachten versterken.

Symptomendagboek en timing in je cyclus

Met een symptomendagboek maak je zichtbaar wanneer klachten opvlammen in je cyclus. Zo kun je beter inschatten of het om PMDD gaat en wat je triggert.

  • Noteer dagelijks op een vast tijdstip je stemming (bijv. prikkelbaarheid, somberheid, angst), energie, slaap, eetlust en lichamelijke klachten, plus de impact op werk, studie of relaties; gebruik een eenvoudige schaal (0-3) en voeg mogelijke triggers toe zoals stress, alcohol, cafeïne, medicatie en beweging.
  • Markeer de timing in je cyclus: dag 1 van je menstruatie en, als je dat volgt, je ovulatiedag (via LH-testen of veranderingen in cervicaal slijm); houd dit minimaal twee volledige cycli vol.
  • Let op het patroon dat bij PMDD past: klachten nemen toe na de ovulatie, pieken in de laatste dagen vóór de menstruatie en verbeteren snel (binnen 1-3 dagen) na het begin van het bloeden; dit onderscheidt PMDD van premenstruele verergering van bestaande aandoeningen.

Met zo’n helder overzicht kun je samen met je zorgverlener gerichter naar een diagnose en passende behandeling toewerken. Het helpt ook om zelf keuzes te maken die klachten verminderen.

Diagnostische criteria en uitsluiten van andere oorzaken

Volgens de DSM-5 gaat het om een terugkerend patroon waarin je in de luteale fase minstens vijf klachten hebt, waarvan minstens één kernsymptoom: sterke stemmingswisselingen, duidelijke prikkelbaarheid/woede, sombere stemming of angst/spanning. De klachten veroorzaken merkbare beperkingen thuis, op school of werk, nemen binnen enkele dagen na het begin van je menstruatie duidelijk af en zijn minimaal of afwezig in de vroege folliculaire fase.

De diagnose gebeurt bij voorkeur met dagelijkse registraties over minimaal twee cycli en mag geen verergering zijn van een andere stoornis. Tegelijk check je andere oorzaken: premenstruele verergering van depressie of angst, bipolaire stoornis, middelengebruik, bijwerkingen van medicatie of hormonale anticonceptie, en medische factoren zoals schildklierproblemen of ernstige bloedarmoede.

[TIP] Tip: Gebruik een app om twee cycli symptomen en timing objectief te volgen.

Behandeling en wat je zelf kunt doen

PMDD vraagt om een aanpak op maat: je combineert wat je zelf kunt doen met behandelingen die het cyclische patroon afzwakken. Begin met een symptomendagboek, zodat je patronen ziet en veeleisende taken meer in de eerste helft van je cyclus plant. Leg uit aan mensen om je heen wat er speelt en bouw in je luteale fase extra buffers in. Slaap en regelmaat zijn je basis: vaste bedtijden, dagelijks bewegen, voedzaam eten, beperkt alcohol en cafeïne, en stressmanagement met bijvoorbeeld ademhaling, mindfulness of korte CGT-oefeningen. Bij medicatie zijn SSRI’s het best onderzocht; die kun je dagelijks gebruiken, alleen in de luteale fase of starten bij de eerste klachten, vaak met snel effect.

Soms helpt een SNRI. Hormonale opties richten zich op het dempen van ovulatie, zoals een combinatiepil (bij voorkeur met drospirenon, 24/4 of continu), een oestrogeenpleister met cyclisch progestageen of, bij hardnekkige klachten, een proef met GnRH-agonisten met “add-back” hormonen. CGT helpt om prikkelbaarheid, piekeren en relatieconflicten te verminderen. Voor lichamelijke klachten kunnen NSAID’s, magnesium, calcium of omega-3 zinvol zijn; het bewijs varieert, maar is het proberen waard in overleg met je arts. Als klachten ernstig blijven, bespreek je vervolgstappen met een specialist. Merk je dat je jezelf niet veilig voelt, zoek dan direct hulp.

Leefstijl en zelfzorg die helpen

Kleine, consistente keuzes in je dag maken vaak het grootste verschil bij PMDD. Richt je op routines die je lichaam en brein voorspelbaar en veerkrachtig houden.

  • Ritme en herstel: houd vaste tijden voor opstaan en slapen, vang ‘s ochtends daglicht en verminder ‘s avonds schermen voor betere slaap; beweeg bijna dagelijks (bijv. stevig wandelen of fietsen) en plan in de luteale fase extra rustmomenten.
  • Voeding en drinken: eet stabiel met eiwit, volkorengranen en veel groente bij elke maaltijd, drink voldoende water en beperk alcohol, cafeïne en sterk zoute of suikerrijke snacks die stemming, energie en vochtbalans kunnen verstoren.
  • Stress en planning: gebruik je symptomendagboek om veeleisende taken eerder in je cyclus te plannen en bouw buffers in voor de week vóór je menstruatie; verlaag stress met ademhaling, mindfulness of korte CGT-oefeningen en bewaak duidelijke grenzen; overweeg in overleg met je zorgverlener magnesium, calcium of omega-3.

Kies wat haalbaar is en bouw rustig op-consequent zijn is belangrijker dan perfectie. Twijfel je of gebruik je medicatie of ben je zwanger? Overleg dan met je (huis)arts.

Therapie en medicatie: opties en bijwerkingen

De onderstaande tabel zet gangbare therapieën en medicatie voor PMDD naast elkaar, met hun werking, veelvoorkomende bijwerkingen en belangrijke aandachtspunten. Zo zie je in één oogopslag welke opties passen bij jouw situatie om vervolgens gericht met je arts te overleggen.

Behandeling Hoe het werkt / gebruik Veelvoorkomende bijwerkingen Let op
SSRI’s (bijv. fluoxetine, sertraline, escitalopram) Verhogen serotoninesignalering; werken vaak binnen 1 cyclus. Doseringsschema: continu, luteale-fase of bij symptoomstart. Misselijkheid, hoofdpijn, slaperigheid/insomnie, verminderd libido/ejaculatie- of orgasmeproblemen; start-onrust mogelijk. Eerste keus bij PMDD. Let op interacties met andere serotonerge middelen; niet abrupt stoppen. Overleg bij zwangerschap/wens.
Gecombineerde pil met drospirenon/ethinylestradiol (24/4-regime) Onderdrukt ovulatie en stabiliseert hormoonfluctuaties; 24/4-schema heeft bewijs specifiek voor PMDD. Doorbraakbloedingen, misselijkheid, borstspanning, hoofdpijn; zeldzaam: verhoogd risico op trombose. Niet bij migraine met aura, verhoogd tromboserisico of roken >35 jr. Kan ook lichamelijke premenstruele klachten verminderen.
Cognitieve gedragstherapie (CGT) / psychotherapie Verbetert coping, emotieregulatie en communicatie; kan alleen of als aanvulling op medicatie. Weinig tot geen lichamelijke bijwerkingen; tijdelijke emotionele belasting mogelijk. Verbetert functioneren en kwaliteit van leven; geschikt bij wens om medicatie te vermijden of tijdens kinderwens/zwangerschap.
GnRH-agonisten (met “add-back” therapie) Zetten de eierstokfunctie tijdelijk “uit” (hypo-oestrogeen); vaak gecombineerd met lage dosis hormonen om bijwerkingen/botverlies te beperken. Opvliegers, nachtzweten, vaginale droogheid, stemmingsverandering; bij langdurig gebruik botdichtheidsverlies. Alleen bij ernstige, therapieresistente PMDD onder specialistische begeleiding; tijdsbeperkt en met botmonitoring.
Supplementen (bijv. calcium; lage dosis vitamine B6) Calcium heeft redelijk bewijs voor vermindering van PMS/PMDD-symptomen; B6 kan milde stemmingsklachten helpen. Calcium: obstipatie, winderigheid; Vitamine B6: bij hoge doseringen risico op zenuwschade. Kies verantwoorde doseringen; controleer interacties (bijv. calcium met schildkliermedicatie/antibiotica); bewijs voor andere supplementen is wisselend.

Kernpunten: SSRI’s en de drospirenon-bevattende pil hebben de sterkste onderbouwing; CGT verbetert dagelijks functioneren. Specialistische hormonale onderdrukking is een laatste stap; weeg altijd bijwerkingen en contra-indicaties af met je zorgverlener.

Bij PMDD werken drie sporen vaak het best: psychologische therapie, antidepressiva en hormonale onderdrukking van ovulatie. CGT helpt triggers herkennen, vaardigheden oefenen en conflicten verminderen; bijwerkingen zijn beperkt, maar het kost tijd en energie. SSRI’s (zoals sertraline, fluoxetine of escitalopram) kun je dagelijks, alleen in de luteale fase of bij eerste klachten gebruiken; ze werken vaak snel. Mogelijke nadelen zijn misselijkheid, hoofdpijn, slaperigheid of juist onrust en seksuele bijwerkingen.

Een SNRI kan een alternatief zijn. Hormonale opties zijn een combinatiepil met drospirenon (24/4 of continu), transdermaal oestrogeen met cyclisch progestageen of, bij hardnekkige PMDD, een proef met GnRH-agonisten met “add-back”. Denk aan spotting, gevoelige borsten, stemmingswisselingen, opvliegers en bij GnRH op termijn botdichtheidsverlies. Stem keuze, dosering en evaluatiemomenten af met je arts.

Omgaan met PMDD op werk en in relaties

Begin met zicht op je cyclus: gebruik je symptomendagboek om veeleisende taken in de eerste helft van je cyclus te plannen en in de luteale fase extra buffers te houden. Op werk helpt het om taken te bundelen in korte, afgebakende blokken, duidelijke prioriteiten te stellen en waar mogelijk flexibele uren of thuiswerk af te spreken. Geef collega’s of je leidinggevende (als je je daar oké bij voelt) tijdig context, zodat je ruimte hebt voor focus en herstel.

In relaties werkt openheid net zo goed: leg uit wat PMDD met je doet, spreek samen een steunplan af (bijv. time-outs, praktische hulp, geen grote beslissingen in de piekdagen) en gebruik ik-boodschappen. Plan verbindende rituelen, zoals wandelen of samen koken, en bewaak je slaap en grenzen.

Veelgestelde vragen over pmdd

Wat is het belangrijkste om te weten over pmdd?

PMDD is een ernstige premenstruele stemmingsstoornis. In tegenstelling tot PMS veroorzaakt het uitgesproken emotionele en fysieke klachten, zoals somberheid, prikkelbaarheid, angst, concentratieproblemen, slaapproblemen en pijn, die verdwijnen na aanvang van de menstruatie.

Hoe begin je het beste met pmdd?

Begin met een symptomendagboek: noteer klachten en timing in je cyclus gedurende minstens twee maanden. Bespreek dit met je huisarts. Optimaliseer slaap, voeding en beweging; beperk alcohol/cafeïne. Overweeg cognitieve therapie, SSRI’s of hormonale anticonceptie.

Wat zijn veelgemaakte fouten bij pmdd?

Veelgemaakte fouten: PMDD wegwuiven als ‘gewone’ PMS, geen systematisch dagboek bijhouden, zelfmedicatie zonder begeleiding, te vroeg stoppen met behandeling, extreme diëten/overtraining, stress onderschatten, en geen communicatie of aanpassingen regelen op werk en in relaties.

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *